De auteurs van Making Home(s) in Displacement, Critical Reflections on a Spatial Practice grijpen nieuwe visuele interviewtechnieken aan om de precaire situatie van vluchtelingen en asielzoekers inzichtelijk te maken. Anneloes de Koff mist echter de oproep tot actie voor ontwerpers.
Met het boek Making Home(s) in Displacement, Critical Reflections on a Spatial Practice belichten onderzoekers van over de hele wereld hoe vluchtelingen een thuis proberen te maken onder steeds weer veranderende omstandigheden.
De publicatie bestaat uit een bundeling van academische papers die de weerslag zijn van de conferentie Displacement & Domesticity since 1945: Refugees, Migrants and Expats Making Homes die plaatsvond in Brussel in maart 2019. In de essays wordt gepleit voor een positievere en opener houding van landen die vluchtelingen opvangen. Making Home(s) in Displacement benadrukt het optimisme en de veerkracht die veel vluchtelingen hebben om desondanks een thuis te creëren wanneer ze ontheemd zijn. Hierbij worden talloze voorbeelden aangehaald van vluchtelingen die in de Jungle van Calais een tuintje voor hun tent hebben gemaakt of bewoners van het Domiz vluchtelingenkamp die voor hun containerhuis een veranda hebben gebouwd waar ze met buurtbewoners samen kunnen komen. Over de rol van de ontwerper zijn de auteurs pessimistisch. De architectuurwereld en ontheemding ontmoeten elkaar nauwelijks, behalve wanneer het om architecten gaat die ooit ontheemd waren zoals Walter Gropius, Ludwig Mies van der Rohe en Lina Bo Bardi. De standaard architectuurgeschiedenisboeken benoemen echter zelden vluchtelingenhuisvesting of noodopvangcentra. Na de Tweede Wereldoorlog verdween de huisvesting van vluchtelingen van de architectonische agenda’s. Vluchtelingen werden een humanitair probleem en permanente huisvesting werd vervangen door schijnbaar tijdelijke kampen. Hilde Heynen laat het bij deze constatering in haar nawoord en dat vind ik een gemiste kans. Er zijn namelijk (zeldzame) initiatieven die navolging verdienen. Zo zijn architecten als Shigeru Ban al sinds de jaren negentig bezig om aanpasbare en comfortabele opvanglocaties te ontwerpen. Verenigd in het collectief VAN (Voluntary Architects Network) worden er inmiddels al meer dan 10.000 waardige opvangplekken voor vluchtelingen over de hele wereld gerealiseerd. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne zijn er tal van initiatieven opgestart om waardige opvangplekken te ontwerpen. Jaarlijks studeren er talloze architectuurstudenten af met innovatieve oplossingen voor het vluchtelingenvraagstuk. Het zijn wellicht druppels op een gloeiende plaat, maar vluchtelingenhuisvesting wordt daarmee wel weer onderwerp op de architectonische agenda. Want ja, als ruimtelijke ontwerpers kunnen we echt een verschil maken, als we dat zouden willen.