Op internationale vrouwendag werd de tentoonstelling Vrouwen van het AUP geopend door voormalig politicus en feministe Hedy d’Ancona. De tentoonstelling in het Amsterdamse Van Eesteren-museum richt zich niet alleen op het werk van vier ambitieuze architecten voor het Algemeen Uitbreidingsplan, maar ook op hun carrière als architect. Hoe hielden deze vrouwen zich staande in een door mannen gedomineerde wereld? Anneloes de Koff bezocht de tentoonstelling en verdiepte zich in het werk van Jakoba Mulder, Koos Pot-Keegstra, Manon Peyrot en Anna van Hattem.
Zo een honderd jaar geleden kampte Amsterdam ook al met een grote woningcrisis. Naast een grote instroom van nieuwe bewoners veelal afkomstig van het platteland op zoek naar werk in de hoofdstad, had Amsterdam te maken met uitpuilende volkswijken waar mensen veelal onder erbarmelijke omstandigheden moesten leven.
In 1928 richtte de gemeente Amsterdam de gemeentelijke dienst Stadsontwikkeling op als onderdeel van de Dienst Publieke Werken die verantwoordelijk werd voor het maken van stedenbouwkundige plannen voor grootschalige nieuwe stadswijken. De nieuwe wijken betroffen uitbreidingsgebieden ten zuiden, noorden en voornamelijk ten westen van Amsterdam. Zij werden in 1935 vastgesteld in het Algemeen Uitbreidingsplan, het AUP.
Stadsontwikkeling was een grote hiërarchische organisatie waar architect en stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren aan het hoofd stond met Jakoba (Ko) Mulder als zijn rechterhand, hoofd ontwerp, én plaatsvervangend hoofd. Mulder was sinds 1930 bij de dienst betrokken en bleef daar totdat ze in 1965 met pensioen ging. Nadat Van Eesteren in 1959 met pensioen ging werd Mulder hoofd van de afdeling – een vrouw op die positie was in die tijd uitzonderlijk. Ze was niet de enige vrouw die voor Stadsontwikkeling werkte waar op een gegeven moment zo een 135 mensen in dienst waren. Koos Keegstra werkte er van 1936 tot 1938 totdat ze trouwde met Joop Pot en, zoals gebruikelijk voor die tijd, ontslag nam en een architectenbureau met haar man startte. Het bureau werkte later aan verschillende projecten die door Stadsontwikkeling waren uitgeschreven. Manon Peyrot werkte vanaf 1953 tot haar overlijden in 1984 bij de dienst en in 1963 trad ook Anne van Hattem bij Stadsontwikkeling in dienst. Samen maakten ze in 1966 een studiereis naar Denemarken. Al deze vrouwen ontwierpen binnen de AUP uitbreidingswijken onder meer woningen, scholen en sportfaciliteiten. Dat veel van de door hen ontworpen gebouwen gesloopt zijn, draagt mogelijk bij aan hun verdwijnen in de geschiedenis. De tentoonstelling met ontwerpen, citaten, krantenberichten en geluidsopnamen brengt hier verandering in.